Uitkering
Specialisme > WIA > IVA-uitkering

IVA-uitkering

Bij een IVA-uitkering moet er sprake zijn van volledige (80-100%) arbeidsongeschiktheid én duurzaamheid. Dit zijn twee cumulatieve voorwaarden voor het recht op een IVA-uitkering.

Duurzaamheid

Het UWV neemt niet snel aan dat klachten duurzaam zijn. Vaak staat er in het verzekeringsgeneeskundig onderzoek dat ‘de verwachting verbetering van belastbaarheid redelijk tot goed is’. Dit staat verwoord in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Enige deugdelijke motivering ontbreekt veelal.

Beoordeling arbeidsbeperkingen

Duurzaam is de arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 4 WIA als de situatie medisch stabiel of verslechterend is (lid 2) of als de medische situatie zo is dat er op lange termijn slechts een geringe kans op herstel bestaat (lid 3). De vaststelling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid vraagt aldus om een beoordeling van de herstelkans. Voor toekenning van een IVA-uitkering moet herstel uitgesloten zijn of als dat niet zo is, mag de herstelkans in elk geval niet meer dan gering zijn. De vaststelling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid vraagt dus om een medisch oordeel. De verzekeringsarts dient eerst te beoordelen of de werknemer benutbare mogelijkheden heeft in de zin van het Schattingsbesluit Arbeidsongeschiktheidswetten. Bij de vraag of er sprake is van duurzaamheid gaat het om een inschatting van de toekomstige ontwikkelingen van de arbeidsbeperkingen. Dit brengt mee dat de inschatting van de verzekeringsarts van de kans op herstel in het eerste jaar en daarna dient te berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de betreffende individuele verzekerde aan de orde zijn. In het geval de inschatting van de kans op herstel berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele verzekerde. Verzekeringsartsen dienen de ‘Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen’ te hanteren. Dit gebeurt niet altijd. Zo komt het ook vaak voor dat een verzekeringsarts onvoldoende heeft onderzocht of een (ingezette) behandeling nog tot verbetering van de belastbaarheid kan leiden.

Stappenplan

Wij zien in de praktijk dat cliënten al jarenlang met klachten kampen. Daarbij is er ook vaak een combinatie van diagnoses, die elkaar negatief beïnvloeden. De Centrale Raad van Beroep heeft  bepaald dat het UWV een stappenplan moet volgen bij deze behoordeling. Dit is een hulpmiddel ten behoeve van een zorgvuldige, consistente en onderbouwde besluitvorming. Het draagt tevens bij aan een deugdelijke motivering van het besluit, zodat de totstandkoming inzichtelijk is.

Verzwaarde motiveringsplicht

De Centrale Raad van Beroep heeft in meerdere zaken aangegeven dat voor het geval van verbetering van de belastbaarheid die pas na een jaar wordt verwacht, een verzwaarde motiveringsplicht geldt. Volgens de Raad is er voor de verzekeringsarts dan nog maar beperkte ruimte om aan te nemen dat van duurzaamheid geen sprake is en moet de herstelkans ‘concreet en toereikend’ worden onderbouwd.  Het UWV zal in zijn motivering ook moeten aangeven wanneer de verwachte verbetering van de belastbaarheid geacht wordt te zullen intreden: binnen een jaar of pas daarna. Dit betekent dat zij de behandelende sector over deze vraag (hertelkans) moeten raadplegen. Dit om informatie in te winnen over het verloop en de resultaten van de ingezette behandelingen, de herstelkansen en de termijn waarbinnen kans op herstel en verbetering van het functioneren te verwachten zijn.

Volledige arbeidsongeschiktheid

Voorts moet er sprake zijn van volledige arbeidsongeschiktheid. Hiervan is sprake van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 – 100 % in de zin van de WIA. Voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage gebruikt het UWV de volgende formule:

(maatmanloon – restverdiencapaciteit) / maatmanloon * 100% = arbeidsongeschiktheidspercentage

Het maatmanloon is het loon wat een verzekerde verdiende op de laatste dag voordat hij arbeidsongeschikt werd. De restverdiencapaciteit is het bedrag waarvan de arbeidsdeskundige van het UWV heeft beoordeeld dat een verzekerde nog zou kunnen verdienen in andere functies (geduide functies). Het percentage is dus een weergave van het verlies aan inkomen. Anders gezegd: wat is het inkomensverschil tussen het loon dat een verzekerde dat hij verdiende voordat hij ziek werd en het loon dat hij (theoretisch) zou kunnen verdienen met de vastgestelde beperkingen. De uitkomst van bovenstaande berekening is het arbeidsongeschiktheidspercentage. Is dit 80 – 100 % dan is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid.

Hooge IVA-uitkering

De hoogte van een IVA-uitkering is afhankelijk van het SV-loon. Dit is het loon dat verdiend werd in het jaar voordat een werknemer ziek werd. Het totale SV-loon wordt gedeeld door 261 (gemiddeld aantal werkdagen per jaar) en vermenigvuldigd met 21,75 (gemiddeld aantal uitkeringsdagen per maand). Dit is het WIA-maandloon. Bij een een IVA-uitkering is het inkomen altijd minstens 75% van het WIA-maandloon. Dit percentage wisselt niet en biedt financiële zekerheid.

Bezwaar- en beroepsprocedures

Indien u het niet eens bent met een besluit van het UWV kunt u daartegen bezwaar (en later beroep) instellen. Dit moet binnen een termijn van 6 weken na het besluit. Ons kantoor kan u daarbij helpen. Aan het besluit zitten (naast medische) diverse juridische componenten. Het is van belang deze goed te belichten om de kans op succes te vergroten. Doordat wij veel van dit soort zaken behandelen, weten wij de pijnpunten te vinden in het – vaak zeer dikke – dossier van het UWV. Indien u een rechtsbijstandverzekering heeft, heeft u ook recht op een vrije advocaatkeuze. In dat geval hoeft u geen kosten te maken. Tevens werkt ons kantoor op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand (www.rvr.org).