Schorsing
Bij de voorgeleiding, maar ook op latere toetsingsmomenten, kan een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis worden gedaan. Dat speelt in situaties waarin er weliswaar redenen zijn om de verdachte langer in voorarrest te houden (bijvoorbeeld vluchtgevaar, angst voor herhaling, de ernst van het feit), maar dat zijn persoonlijk belang zwaarder weegt dan het maatschappelijk belang.
Het kan namelijk zo zijn dat de voorlopige hechtenis ervoor zou kunnen zorgen dat de verdachte zijn woning, uitkering en/of baan verliest als hij vast zou moeten zitten. Dan kan het niet proportioneel zijn om iemand gedetineerd te houden.
De advocaat doet dan een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De verdachte komt dan onder voorwaarden vrij, welke voorwaarden kunnen inhouden dat de verdachte zich regelmatig moet melden bij de reclassering, geen contact mag opnemen met de aangever, niet in een bepaald gebied mag komen (gebiedsverbod), mee moet werken aan reclasseringsrapportage, etc. Als de verdachte zich niet aan die voorwaarden houdt, kan worden besloten om de schorsing op te heffen.