Praktisch
Op het moment dat een oproep voor een OM-hoorzitting wordt ontvangen, is het van belang om contact op te nemen met een advocaat. Deze kan namelijk het volledige procesdossier opvragen en krijgt ook eventuele videobeelden en/of geluidsfragmenten toegestuurd.
Na ontvangst van het dossier wordt een afspraak gemaakt met de cliënt om de zaak voor te bereiden. Er wordt besproken wat er precies gebeurd is, en wat de persoonlijke situatie is.
De hoorzitting
Voorafgaand aan de hoorzitting wordt soms gesproken met de Reclassering. Dat gebeurt in gevallen waar het OM denkt dat er meer in het leven van de verdachte speelt. Bijvoorbeeld als er al eerder strafrechtelijke veroordelingen zijn geweest, of als er problemen lijken te bestaan op het gebied van wonen, financiën of misschien wel verslaving. De Reclassering praat dan met de verdachte en de advocaat om te inventariseren wat er speelt, en waar de Reclassering eventueel bij zou kunnen helpen. Hun (korte) advies wordt vervolgens besproken met de officier, waarna de zitting plaatsvindt. De officier kan het advies van de Reclassering vervolgens meewegen bij het uiteindelijke transactievoorstel.
Tijdens de zitting wordt het gebeurde nog een keer besproken met de verdachte en komt vervolgens de advocaat aan het woord. Deze zal naar voren brengen of het gebeurde inderdaad wel een strafbaar feit oplevert, en zo ja, welk gevolg daaraan dan zou moeten worden verbonden. De officier doet vervolgens een voorstel voor een straf, welk voorstel de verdachte vervolgens kan accepteren, afwijzen, of nog even over na wil denken.
Strafbeschikking
Bij acceptatie van het voorstel is de zaak afgedaan. Als het voorstel niet wordt geaccepteerd, wordt de zaak alsnog aan een politierechter voorgelegd. De verdachte krijgt dan op een later moment een dagvaarding om bij de politierechter te verschijnen. De zaak wordt dan helemaal opnieuw behandeld en de rechter doet dan uitspraak over de zaak.
Als er niet meteen kan worden besloten, wordt de strafbeschikking alsnog uitgereikt, maar heeft de verdachte twee weken de tijd om erover na te denken en later alsnog in verzet te gaan.