Procedure
Bij een ernstige overtreding (snelheid of onder invloed) kan het rijbewijs ter plekke worden ingevorderd door de politie. Er wordt vervolgens door de politie een dossier opgemaakt, dat met het rijbewijs binnen drie dagen moet worden opgestuurd naar het Parket CVOM, een afdeling binnen het Openbaar Ministerie die onder andere belast is met verkeerszaken.
Binnen tien dagen moet de beslissing worden genomen of het rijbewijs wordt teruggegeven, of wordt ingehouden. Als de officier beslist dat het rijbewijs moet worden ingehouden, verbindt hij daaraan een termijn. Dat wordt schriftelijk medegedeeld. De officier is verplicht om binnen zes maanden na invordering de zaak voor te leggen aan de rechter, of zelf af te doen met een strafbeschikking. Pas op dat moment wordt bepaald hoelang het rijbewijs definitief wordt ingenomen, onder aftrek van de tijd dat het rijbewijs al ingehouden is.
Voorbeeld: op 10 juli wordt door de officier van justitie besloten dat het rijbewijs voorlopig voor zes maanden wordt ingehouden. Op 10 september moet u bij de politierechter verschijnen. Deze legt een ontzegging van de rijbevoegdheid op van 4 maanden. U krijgt het rijbewijs op 10 november terug.
Als de officier beslist dat het rijbewijs moet worden teruggegeven, kan dat alsnog wel betekenen dat hij van mening is dat er een strafrechtelijk gevolg aan de fout moet worden verbonden. Dat houdt in dat u een oproep kunt krijgen voor een strafbeschikkingszitting, of een dagvaarding om bij de politierechter te komen.
CBR cursus
Het CBR is in Nederland belast met de beoordeling of verkeersdeelnemers vaardig zijn. Zij krijgen van de politie een melding dat iemand is aangehouden vanwege een verkeersdelict en kunnen vervolgens zelfstandig, en naast het strafproces, oordelen dat iemand niet meer rijvaardig is, tot bepaalde onderzoeken zijn afgerond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan alcoholcursussen. Pas nadat deze cursussen met goed gevolg zijn afgerond (en betaald), kan het rijbewijs weer worden afgegeven.