Werk

Re-integratie verplichtingen

In het kader van de re-integratie in het arbeidsproces hebben werkgevers een belangrijke taak. In de Wet verbetering poortwachter (Wvp) staan de rechten en plichten voor werkgevers en werknemers bij arbeidsongeschiktheid omschreven. Indien een werkgever zijn verplichtingen niet nakomt, riskeert hij een loonsanctie van het UWV. In de praktijk merken wij dat er problemen kunnen ontstaan tijdens een re-integratie. In dit artikel wordt een aantal van deze problemen aangekaart.

Beroepsgeheim bedrijfsarts

Indien een werknemer langer dan 1 week arbeidsongeschikt is, wordt meestal een bedrijfsarts ingeschakeld. Een werknemer moet in beginsel alle informatie verschaffen die de bedrijfsarts redelijkerwijze nodig heeft. Deze medische gegevens is vertrouwelijk en vallen onder het beroepsgeheim van de bedrijfsarts. Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts brengt bijvoorbeeld met zich mee dat een werkgever geen nadere informatie krijgt over de diagnose, de behandeling en de aanleiding tot het verzuim. Een werknemer bepaalt of hij toestemming verleent voor het verstrekken van nadere medische gegevens.

BIG-registratie

De bedrijfsarts heeft een adviserende rol. Niet altijd wordt er door de werkgever een bedrijfsarts ingeschakeld. Meer hierover kunt u in dit artikel lezen. Een verzuimcoach is geen (geregistreerde BIG) bedrijfsarts en heeft hierdoor ook geen beroepsgeheim. Ditzelfde geldt soms voor een arboarts. Anders dan bedrijfsarts is de ‘titel’ arboarts geen beschermde titel. De arts die niet is geregistreerd als bedrijfsarts, mag op geen enkele wijze de indruk wekken dat hij bedrijfsarts is.

Keuze werkgever

Het is aan de werkgever een keuze te maken voor een bepaalde bedrijfsarts. Een  werknemer kan dus niet zelf bepalen welke bedrijfsarts hem beoordeelt. Regelmatig wordt door een werknemer gesteld dat de bedrijfsarts partijdig is. Deze wordt immers door de werkgever betaald. Een bedrijfsarts moet echter onafhankelijk en onpartijdig opereren. Ook werkgevers zijn gebaat bij een eerlijk advies van de bedrijfsarts. Immers, een werknemer die het niet eens is met het oordeel van een bedrijfsarts kan een deskundigenoordeel indienen bij het UWV. Komt het UWV tot de conclusie dat het oordeel van de bedrijfsarts niet klopt, dan kan er aan de werkgever een loonsanctie worden opgelegd. Een werkgever die heeft gehandeld op het (verkeerde) advies van de bedrijfsarts, kan een tuchtprocedure opstarten tegen de bedrijfsarts. Uit jurisprudentie van het Regionaal Tuchtcollege voor Gezondheidszorg (RTG) blijkt dat aan bedrijfsartsen in dergelijke gevallen sancties opgelegd kunnen worden.

Taken bedrijfsarts

Een taak van de bedrijfsarts is (onder meer het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de werknemer. De bedrijfsarts zal in kaart moeten brengen of, en zo ja welke, medische beperkingen een werknemer heeft tot het verrichten van de werkzaamheden. Daarbij mag een bedrijfsarts geen diagnose stellen buiten zijn eigen (medisch) vakgebied. Wel stelt de bedrijfsarts een werkhypothese vast, die als uitgangspunt geldt voor de verdere begeleiding van de werknemer. In dat kader kan het soms (voor zowel werkgever als werknemer) van belang zijn om toch medische informatie aan de werkgever te vertrekken, zodat passend ‘Plan van Aanpak’ kan worden opgesteld in het kader van de re-integratie.

Arbeidsconflict

In de praktijk speelt er naast arbeidsongeschiktheid een arbeidsconflict tussen de werkgever en werknemer. Een bedrijfsarts heeft dan de taak om onderscheid te maken tussen de medische en niet medische aspecten. In een dergelijk geval gebruikt de bedrijfsarts veelal als richtlijn de STECR Werkwijzer arbeidsconflicten. Vaak adviseert een bedrijfsarts in dergelijke gevallen mediation, maar dit is niet noodzakelijk als de werkgever aangeeft hiervoor niet open te staan.

Second opinion

Is een werknemer het niet eens met het oordeel van een bedrijfsarts, dan heeft hij recht op een second opinion. Als een werknemer erom vraagt, is de bedrijfsarts verplicht om ernaar te verwijzen.