Kinderalimentatie
Rekenwijze kinderalimentatie
De kinderalimentatie wordt aan de hand van de Tremanormen berekend. Dat zijn richtlijnen die rechters hebben ontwikkeld, o.a. in samenspraak met het Nibud. Kinderen hebben op basis van de het besteedbare inkomen tijdens het huwelijk of de relatie van hun ouders een bepaalde welstand. Het is de bedoeling dat kinderen die welstand – waar mogelijk – blijven behouden nadat hun ouders uit elkaar zijn gegaan. Aan die welstand is de zogeheten “behoefte” gekoppeld. Die behoefte wordt berekend aan de hand van het inkomen dat het gezin te besteden had, hoeveel kinderen in het gezin zaten en wat de leeftijd van die kinderen was.
Die behoefte moet vervolgens door beide ouders worden gevuld. Om te berekenen met welk bedrag, is de draagkracht van beide ouders van belang. Het gemiddelde netto maandinkomen wordt verminderd met de bijstandsnorm, 30% woonlasten en een percentage vrije ruimte. Het bedrag dat overblijft is de draagkracht. Dit bedrag wordt procentueel vergeleken met de draagkracht van de andere ouder en zo wordt bekend welke ouder met welk bedrag de behoefte moet vullen.
Afhankelijk van de zorgregeling, kan er door de alimentatiebetaler een bepaald bedrag aan zorgkorting worden verzilverd.
Vaststelling kinderalimentatie
Meestal wordt de kinderalimentatie meegenomen in het ouderschapsplan of de procedure bij de scheiding. Als er sprake was van samenleving, is er nog geen procedure gevoerd en zal die alimentatie niet zomaar worden besproken. Tussen de ouders kan een bijdrage in overleg worden vastgesteld. Van belang is dat de alimentatie goed wordt berekend. Begeleiding van een specialistische advocaat is daarom wel aan te bevelen.
Als dit overleg niet lukt, kan het verzoek tot vaststelling worden ingediend bij de rechtbank. De andere partij krijgt een afschrift van het verzoek van de rechtbank toegestuurd en krijgt de gelegenheid om – via een advocaat – een verweerschrift in te dienen. Vervolgens wordt een zitting gepland, waarbij de standpunten worden besproken. Vier tot zes weken later doet de rechtbank uitspraak.
Wijziging kinderalimentatie
Een wijziging kan aan beide kanten optreden. Het kan zijn dat het inkomen van de alimentatiebetaler hoger of lager wordt, of dat de gezinssituatie verandert. Aan de kant van de ontvanger kan dat ook zo zijn. Als het eigen inkomen daalt of stijgt, verandert het aandeel dat deze ouder in de behoefte van het kind kan leveren. Ook de zorgregeling kan veranderen, zodat er meer of minder zorgkorting kan worden verzilverd.
Het is altijd aan te bevelen die wijziging op tijd aan te kaarten bij de ander, met een uitnodiging om daarover in overleg te gaan. Lukt dat overleg niet, of komt er geen reactie, is het belangrijk om snel bij een advocaat aan te kloppen. Rechters zoeken voor het bepalen van een ingangsdatum van de wijziging namelijk vaak aansluiting bij de datum waarop de ander rekening kon houden met de verandering. Dat is of de datum van de eerste brief van de advocaat, of het moment dat het verzoekschrift tot wijziging van kinderalimentatie bij de rechtbank is ingediend.
In het verzoekschrift tot wijziging wordt uiteengezet wat de redenen zijn voor wijziging. De andere partij krijgt een afschrift van het verzoek van de rechtbank toegestuurd en krijgt de gelegenheid om – via een advocaat – een verweerschrift in te dienen. Vervolgens wordt een zitting gepland, waarbij de standpunten worden besproken. Vier tot zes weken later doet de rechtbank uitspraak.
Samengesteld gezin
Samengestelde gezinnen maken de alimentatie behoorlijk ingewikkeld. Als een ouder meer kinderen krijgt, moet dezelfde draagkracht over meer kinderen worden verdeeld. Als de ouder hertrouwt en in dat gezin kinderen van de nieuwe partner leven, wordt hij/zij een onderhoudsplichtige stiefouder. Onder omstandigheden betekent dit dat de draagkracht ook over die kinderen moet worden verdeeld. Dit alles kan reden zijn om de alimentatie te moeten wijzigen.
Een nieuwe partner betekent niet dat de draagkracht wijzigt.
Jongmeerderjarige
De groep van 18-21 jarige kinderen kan nog steeds aanspraak maken op een bijdrage van hun ouders. Dit zijn de “jongmeerderjarigen”. De rekenwijze gaat iets anders: de behoefte wordt vastgesteld aan de hand van de WSF-norm, die rekening houdt met studiekosten en woonlasten als het kind niet meer thuis woont.
Alimentatie wordt niet betaald
Als de alimentatie niet wordt betaald en wel vastligt in een uitspraak van een rechter, kan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen kosteloos worden ingeschakeld. Het LBIO schrijft de betaler aan met het verzoek de betaling te hervatten. Doet deze dat niet, kan er bijvoorbeeld loonbeslag worden gelegd. Meer informatie is te vinden op www.lbio.nl.
Indexering alimentatie
In de wet is bepaald dat iedere onderhoudsbijdrage ieder jaar wordt verhoogd met een bepaald percentage. In november wordt dat percentage bekend gemaakt en het nieuwe bedrag gaat iedere januari in. De indexering geldt voor de alimentatie die de rechter heeft vastgesteld, maar ook de alimentatie die in onderling overleg isafgesproken. De indexering is van toepassing op kinderalimentatie en partneralimentatie.
Het nieuwe bedrag is eenvoudig berekenen op de website van het LBIO.